Honden- en kattenbesluit '99

Val ik onder het Honden- en Kattenbesluit ’99 of niet?

Inleiding

Op 1 maart 2002 treedt het Honden- en kattenbesluit 1999 (verder HKB genoemd) in werking.

Het HKB is een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) gebaseerd op de 
Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren (GWWD). 
Het HKB bevat bepalingen gericht op het bevorderen van het welzijn en de gezondheid
van honden en katten die bedrijfsmatig worden gefokt, opgevangen, ge- of verkocht.
Aan sommige bepalingen van het HKB wordt concreet uitvoering gegeven in een 
uitvoeringsregeling van het HKB.
De GWWD is in 1992 in werking getreden en de Tweede Kamer heeft op 17 maart 1999
met het HKB ingestemd. 
Het HKB vervangt het HKB’81 dat is gebaseerd op de Wet op de dierenbescherming.
Een nieuw HKB is noodzakelijk omdat de GWWD de Wet op de dierenbescherming 
vervangt. Misstanden bij de hondenhandel waren daarnaast aanleiding voor aanscher-
ping van welzijnsnormen.

Reikwijdte van het HKB:
Zoals aangegeven bevat het HKB bepalingen voor honden en katten in het bedrijfsmatige
circuit. Bedrijven in dit circuit worden in het HKB een inrichting genoemd.
Het HKB is in ieder geval van toepassing op:

1. asielen: perceelsgebonden ruimte(s) bestemd of gebruikt voor het in bewaring nemen
    van honden of katten die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar
    permanent afstand is gedaan

2. pensions: perceelsgebonden ruimte(s), niet zijnde een asiel, bestemd of gebruikt 
    voor het in bewaring houden van honden of katten
    crèches: idem, maar dan alleen gedurende de dag

3. bedrijfsinrichtingen: perceelgebonden ruimte(s) bestemd of gebruikt voor het houden
    van honden of katten ten behoeve van fokdoeleinden of voor het houden van honden
    of katten ten behoeve van verkoop of aflevering. Hiertoe worden gerekend:

    - fokkers (kennels en catteries)

    - tussenhandelaren

    - dierenspeciaalzaken die honden en katten verkopen

Het HKB is van toepassing op het bedrijfsmatig verrichten van de volgende activiteiten
met honden en katten:

1. de (ver)koop: het bedrijfsmatig verkopen, ten verkoop in voorraad hebben of afleveren
    van honden en katten. 
    Dit vindt plaats bij (tussen)handelaren en sommige dierenspeciaalzaken

2. de opvang: het bedrijfsmatig in bewaring nemen van honden en katten, zoals dat in
   
asielen, pensions en crèches plaats vindt.

3. het fokken: het fokken van honden en katten met het oogmerk om de nakomelingen
    bedrijfsmatig te verkopen of af te leveren.

Bedrijfsmatig is (net als overigens bij het HKB’81) als volgt gedefinieerd (artikel 2):
het in zekere omvang en anders dan incidenteel uitoefenen van activiteiten, ook indien
dat geschiedt zonder winstoogmerk. Hieronder vallen in ieder geval bovengenoemde
inrichtingen. Gezien de definitie kunnen ook activiteiten die worden verricht uit overwegingen
van liefhebberij of dierenbescherming onder de werking van het HKB vallen!

Richtsnoer ten behoeve van de controle:
In het HKB wordt geen getalsmatige scheidslijn aangegeven tussen bedrijfsmatige activiteiten
en niet-bedrijfsmatige activiteiten. Om een indicatie te geven, hetgeen zeker van belang is bij
controles, is in de toelichting van het besluit een richtsnoer gekozen:

- Kopen, afleveren, in bewaring nemen

Er is sprake van bedrijfsmatige activiteit, indien per aaneengesloten periode
van 12 maanden
in totaal circa 20 honden of katten worden verkocht, afgeleverd
of in bewaring genomen.

- Fokken

Met betrekking tot het fokken, ten behoeve van verkoop of aflevering, gelden dezelfde
aantallen.

Van bedrijfsmatig fokken van katten is sprake indien binnen 12 maanden circa
6 nesten (circa
20 kittens) gefokt worden. Hier is als norm aangegeven dat katten
binnen 12 maanden ten
hoogste twee nesten mogen krijgen, terwijl dit binnen
24 maanden ten hoogste 3 nesten
mag zijn.

Schematisch samengevat: bedrijfsmatig kopen, bewaren, afleveren

Bedrijfsmatig fokken

Katten circa 20 katten per jaar circa 6 nesten per jaar circa 20 kitten per jaar.

Interpretatie:

Bij controles wordt primair naar de tekst in het HKB gekeken. Het HKB zelf geeft geen
getalsmatige scheidslijn tussen bedrijfsmatig en niet-bedrijfsmatig.
Van bedrijfsmatigheid is in het HKB sprake als met een zekere omvang en anders
dan incidenteel activiteiten worden uitgeoefend. Dit kan dus ook het geval zijn bij
aantallen die lager zijn dan in de tabel aangegeven!

Wanneer duidelijk is dat de genoemde activiteiten met honden en of katten op bedrijfsmatige
schaal worden verricht, is men verplicht zich aan te melden bij het Bureau I&R-HKB.
De letters I&R staan voor identificatie en registratie.
Alleen in aangemelde en geregistreerde bedrijfsinrichtingen zijn de activiteiten toegestaan.
Dit impliceert meteen dat markt- en straathandel verboden is!

Bewijs van vakbekwaamheid (artikel 7)

Honden en katten in de bedrijfsmatige inrichtingen moeten goed verzorgd worden.
Om dit doel te bereiken is in het HKB vastgelegd dat de beheerder van een inrichting
in het bezit moet zijn van een erkend bewijs van vakbekwaamheid (vakbekwaam beheerder).

Administratie: aanmelding en registratie (artikelen 4, 5, 6, 26)

Bureau I&R-HKB

Het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij heeft het Bureau I&R-HKB 
opdracht gegeven de registratie uit te voeren van bedrijven die aan de bepalingen 
van het HKB moeten  voldoen. 
Het Bureau I&R-HKB is ondergebracht bij de Stichting Gezondheidsdienst voor Dieren
in Deventer. Na aanmelding registreert het Bureau I&R-HKB de inrichting en verstrekt
het hieraan een Uniek Bedrijfsnummer (UBN). De registratie van de inrichting kan worden  
gezien als een permanente vergunning. Alle bedrijfsmatige houders van honden en katten
moeten zich aanmelden bij het Bureau I&R-HKB.

Verkoop en aflevering (artikel 22-23): kwartaalopgaven

Asielen en bedrijfsinrichtingen (zoals fokkers) melden elk kwartaal aan het 
Bureau I&R-HKB schriftelijk of elektronisch welke mutaties en op welke data, 
gedurende het kwartaal hebben plaatsgevonden en hoeveel dieren er op de laatste
dag van het kwartaal gehouden worden. De uiterlijke kwartaaldata zijn steeds:
30 april, 31 juli, 31 oktober en 31 januari.

Vaccinaties (artikel 21 en 24)

Aantal verplichte inentingen uitgebreid.  
Op grond van het HKB'81 gold er voor katten een verplichte inenting tegen kattenziekte.
Nieuw in het HKB is de uitbreiding met de inenting tegen niesziekte bij katten.  
Vermelding identificatienummer hond/kat op schriftelijk bewijs van inenting.

Identificatie en registratie (artikel 20)  
Door middel van identificatie kan, in samenhang met de verplichte inentingsbewijzen,  
gecontroleerd worden of aan de inentingsvoorschriften wordt voldaan.

De transponder (chip)

Bij elektronische identificatie wordt onder de huid een transponder (chip) aangebracht.
De transponders en uitleesapparatuur moeten voldoen aan de norm ISO11784 en ISO11785.  
In het nieuwe HKB zijn echter zowel  de elektronische identificatie als de tatoeage toegestaan.

Huisvestingseisen (artikel 8 t/m 18)  

Het oude HKB'81 bevatte geen concrete huisvestingsvoorschriften maar slechts de zinsnede  
dat honden en katten moesten worden ondergebracht in verblijven van passende afmetingen.  
Om toch wat richtlijnen te hebben heeft de Centrale Asielraad van de Dierenbescherming  
destijds modelbouwvoorwaarden opgesteld. Het nieuwe HKB heeft beduidend meer concrete
en aangescherpte normen voor de afmetingen van zowel binnen- als buitenverblijven.  

Afmetingen van kattenverblijven:

Benodigde ruimte in binnen- of buitenverblijven.

Voor katten gelden onderstaande minimale vloeroppervlakten. 
Aantal katten minimale vloeroppervlakte minimale lengte kortste zijde minimale hoogte.  

2 0,85 m² 0,65 m 0,6 m

3-5 3 m² 1 m 1,8 m

elke volgende kat + 0,6 m² 1 m 1,8 m  

In binnenverblijven moet er voor elke kat een afzonderlijke rustplank zijn die minstens
15 cm boven de vloer zit, minstens 35 cm lang en minstens 20 cm breed is.

Groepshuisvesting

Uitgangspunt van het HKB is groepshuisvesting  
In het nieuwe HKB is vastgelegd dat honden en katten in principe niet alleen mogen 
zitten maar dat ze in groepen van 2 tot 20 soortgenoten gehuisvest moeten worden.  

Solitair: in bepaalde situaties

Er zijn situaties denkbaar waarin het af te raden is dieren samen in een verblijf te houden.
In die gevallen is het verplicht (quarantaine) of toegestaan dieren solitair, dus apart, te houden.

Het gaat om de volgende situaties. Solitair als:

 de hond of kat in quarantaine moet

 de gezondheid van de hond of kat of van de andere honden of katten dit vereist

 het welzijn van de hond of kat of van de andere honden of katten dit vereist

Denkbare situaties om dieren apart te huisvesten zijn bijvoorbeeld ziekte, loopsheid
en agressie.

Minimale afmetingen bij solitaire huisvesting, minimale vloeroppervlakte, minimale
lengte kortste zijde, minimale hoogte:

kat 0,47 m² 0,65 m 0,6 m

fokkater 6,0 m² 1,0 m 1,8 m

Overige huisvestingseisen

Nestruimte voor drachtige en zogende dieren:  
Voor elke drachtige of zogende hond of kat geldt dat er in het binnenverblijf een 
nestruimte moet zijn, waarvan de kortste zijde tenminste 2 maal de schofthoogte
van het betreffende dier is.

Verder worden er eisen gesteld aan:

Gebruikte materialen, klimaat, drinkwater, reiniging en desinfectie, dode dieren, 
ziekenboegen (artikel 9), quarantaineruimten (artikel 10), ingrepenbesluit.

Overgangstermijnen

Vakbekwaamheid

Een beheerder of fokker die op 1 maart 2002 niet over een bewijs van vakbekwaamheid  
beschikt heeft, op dat moment nog 3 jaar de tijd om dit bewijs te halen, mits:

!" de inrichting voor de datum van inwerkingtreding van het HKB in gebruik is genomen

!" hij een erkende opleiding volgt voor het behalen van het bewijs van vakbekwaamheid

!" hij gedurende de overgangstermijn op de inrichting verantwoordelijk blijft voor de  
   activiteiten.

Huisvestingseisen

Alle nieuwe huisvestingsvoorschriften zijn van toepassing op inrichtingen die gebouwd 
worden vanaf 1 maart 2002 (de datum van inwerkingtreding van het HKB).

Voor bestaande inrichtingen, d.w.z. in gebruik genomen vóór 1 maart 2002 en nadien 
niet ver- of herbouwd, geldt een overgangstermijn van 3 of 10 jaar.

Controle

De ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst (AID) van het Ministerie van Landbouw,  
Natuurbeheer en Visserij zijn in het kader van het HKB belast met de opsporing van 
strafbare feiten.

 

Bovenstaande is een korte greep uit het uitgebreide verslag betreffende bedrijfsmatige
fok van katten, uit het nieuwe Honden- en kattenbesluit ’99 dat ingaat op 1 maart 2002.

Het uitgebreide verslag kunt u terug vinden op de internetsites van de overheid en het 
ministerie van LNV, tevens  kunt u de helpdesk raadplegen. Bij de helpdesk kunt u 
formulieren aanvragen om u aan te melden wanneer u bedrijfsmatig bezig bent.

Helpdesk

Het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij heeft bij het IPC Plant.Dier de
Helpdesk Gezelschapsdieren ondergebracht. 
Met uw vragen over het HKB kunt u terecht bij deze Helpdesk.

Telefoon: 0342 41 48 81, fax 0342 49 28 13.

e-mail [email protected]

Informatie over het HKB is ook te vinden op het internet via:

www.overheid.nl 

www.minlnv.nl

 

 

 



16-10-2004

 

Hosted by www.Geocities.ws

1