![]() |
![]() |
De gedichten die hier staan, zijn geschreven door mij. Een aantal zijn eerder verschenen in uitgaven van de Stichting 'Lieve Engeltjes': 'Doodgewoon mijn kind'. |
Regen Als ik de regen voel strelen langs mijn huid voel ik hoe je in me bent hoe je nooit echt bij mij bent weggegaan De grens van wie ik was en wie jij worden zou viel weg zodra de leegte in mijn lichaam binnendrong en alle sporen leek te wissen van jouw en mijn bestaan De regen heeft je telkens weer zachtjes bij me teruggelegd mijn rug gestreeld je naam genoemd. Als eeuwig zwanger draag ik je. Ik hoef je nooit te laten gaan. |
Sneeuw Voor mij zag ik een veld vol sneeuw dat ongerept en stralend zich uitstrekte en ik dacht: zou dit dan de belofte zijn? Ingehouden en voorzichtig betrad ik het tapijt dat geheimzinnig knisperde onder mijn voeten terwijl fluisterend om mij heen de vlokken vielen angstvallig bedekkend wat ik eigenlijk alwist Daar stond ik dan, het sneeuwtapijt onder mijn voeten smolt geen belofte, geen antwoord, geen oprecht gestelde vraag kon dit weten overleven: zo intens alleen te staan dat ademloos alles zwijgt. |
Zon Soms komt de zon op maar gaat ze weer onder nog voor haar licht je huid heeft beroerd Soms komt ze op en streelt even je haren voor ze haar weg gaat achter de kim Nooit komt ze op om eeuwig te schijnen maar soms tilt ze je op en wiegt je zacht. |
Zilver Men zegt verdriet dat is blauw en onstuimig als de oceaan, maar dat is niet waar, dat is wanhoop Verdriet, dat is van glanzend zilver. Ik zie de dag erin weerspiegeld. Ik voel de barsten nog ontstaan. Ik hoor het scheuren, stampen, vloeken van mijn ziel erin weerkaatst. Ik bedoel, het is de pijn nog die me teistert, niet de zweep die slaat en slaat. |
Zee Ik had nog nooit de zee gezien maar voelde haar golven rond mijn voeten, hoorde haar ruisen, proefde het zout, rook de verten die ze kust Ik kende haar onbeheerste kracht haar constant geven en weer nemen haar gezang en haar gevloek Toen heb ik aan de zee gevraagd wie zij was, nee, wie zij dacht dat zij wel was met haar golven en haar deining met haar komen en weer gaan haar beuken en haar strelen medogenloos, onberekenbaar. Ik stons hier, blind voor het antwoord dat tussen de stroming en het zand rond mijn voeten spoelt: het is de zee een raadsel, daarom is zij de zee. |
![]() |
![]() |
![]() |