XV
RAADGEVENDE LICHAMEN - VOLKSSTEMMING
In de nationaal-socialistische staat is in de plaats der vertegenwoordigende
lichamen, verbonden aan de parlementair-democratische partijenstaat, een
bestuur, ingericht volgens het Leidersbeginsel, en een eenhoofdige
besluitvorming getreden.
Daarbij kan het wenselijk zijn de gezagsdragers raadgevende lichamen ter
beschikking te stellen om hun in verschillend opzicht deskundige voorlichting te
verschaffen met het oog op de door hen te nemen beslissingen. Deze lichamen
onderscheiden zich echter ten enenmale van de politieke vertegenwoordigende
colleges uit de tijd der democratie. Zij zijn geen meebeslissende, noch
controlerende, maar uitsluitend raadgevende lichamen en staan als zodanig ter
beschikking van hen, die een leidersfunctie uitoefenen. Voorzover aan deze
lichamen het karakter van politieke vertegenwoordiging (zoals voorheen)
ontbreekt, worden de leden niet gekozen (van onder af), maar met het oog op hun
deskundigheid en geschiktheid benoemd (van boven af) of aangewezen krachtens hun
ambt. In deze raadgevende lichamen wordt niet gestemd, daar van eigen
besluitvorming geen sprake kan zijn, maar alleen beraadslaagd met persoonlijke
verantwoordelijkheid van elk lid voor zijn advies.
Op deze wijze kunnen ook uit de verschillende organen van het maatschappelijk
leven adviserende lichamen als bovenbedoeld worden gevormd. Een organische groei
van onder af kan hierbij uitgangspunt zijn, hoewel de vraag of en in hoeverre
deze organen tot de raadgevende lichamen zullen behoren, van boven af naar
doelmatigheidsgezichtspunten nader te beslissen zal zijn.
De nationaal-socialistische Leidersstaat is dan ook niet zonder meer als een
“corporatieve” staat - de staat, waarin de bedrijfs- en andere corporaties als
organen der regering optreden - te beschouwen. De “lichamen” in de
nationaal-socialistische staat dienen niet - zoals in de
parlementair-democratische staat - om als zogenaamde organen der
volksovertuiging zelfstandig invloed op de gezagsdragers uit te oefenen, maar
zij vertegenwoordigen de deskundigheid op velerlei gebied en stellen deze
desgevraagd ter beschikking van het gezag. Organen der volksovertuiging zijn
veeleer de gezagsdragers, voorzover zij tevens organen der Beweging zijn, want
zij zijn het, in wie de volkse gemeenschapswil vorm heeft gekregen.
Zijn derhalve de vertegenwoordigende lichamen uit een oogpunt van georganiseerde
openbaring der volksovertuiging in de Leidersstaat vervallen, een ander uit het
democratisch staatsrecht bekend instituut, de Volksstemming (referendum), heeft
in dit verband zijn, zij het ook gewijzigde, betekenis als zodanig behouden.
De mogelijkheid ener volksstemming als georganiseerde openbaring der
volksovertuiging behoort tot de inrichting van de Leidersstaat, voorzover
daarmede de blijvende verbondenheid van Leider en Volksgemeenschap gediend
wordt. Zij bedoelt niet een besluit van de Leider aan een beslissende uitspraak
van het Volk te onderwerpen - gelijk de betekenis van het referendum in de
democratische staat was -, maar het Volk de gelegenheid te geven in een
bijzonder geval van zijn vertrouwen in het beleid van de Leider te doen blijken.
Het verschil is duidelijk en hangt met de tegenstelling tussen de ouden
democratische- en de Leidersstaat samen. In het eerste geval komt door de
beslissende uitspraak van het Volk de verantwoordelijkheid voor het aan de
volksstemming onderworpen besluit in een of anderen zin bij het Volk zelf te
berusten, waarmede de persoonlijke en derhalve ware verantwoordelijkheid zou
zijn vervallen; in het andere geval blijft de eigen verantwoordelijkheid van de
Leider behouden, voorzover hij aan de volksuitspraak de gevolgen kan verbinden,
welke hij met het oog op z ij n persoonlijke verantwoordelijkheid voor de
Volksgemeenschap geboden acht. Het referendum in de Leidersstaat dient derhalve
om het Volk de gelegenheid te geven zich uit te spreken over het beleid van de
Leider met volledig behoud van diens verantwoordelijkheid voor de uiteindelijke
beslissing.
Het is als het ware een gesprek tussen Leider en Volk ter bevestiging van de
band tussen beiden, met behoud van ieders plaats, waarvan de wenselijkheid van
uitzonderlijke omstandigheden - zowel op binnenlands als buitenlands gebied -
afhankelijk zal zijn.
Zo heeft Adolf Hitler een volksstemming gewenst geoordeeld, ten einde het Volk
zich te doen uitspreken omtrent de aansluiting van Oostenrijk bij het Duitse
Rijk en evenzo was het de Roemeense Leider Antonescu, die door middel van een
referendum zich van het vertrouwen van het Volk heeft vergewist. Een verinniging
van de band tussen Leider en Volk tegenover binnen- en buitenland is van deze
volksstemmingen het gevolg geweest.
Het nationaal-socialistische Leiderschap is diep en duurzaam geworteld in de
Volksgemeenschap en daarom moet de onmiddellijke weg tussen Leider en Volk en
omgekeerd open blijven: dit is de betekenis van het referendum in de
Leidersstaat.