VI
BEWEGING EN NIEUWE GEMEENSCHAP

Het Nationaal-socialisme streeft naar wezen1ijken inhoud, in plaats van abstracte vorm, vooral met betrekking tot het volksbestaan. Daarom keert het zich tegen al die ideologieën, waaronder humanisme, liberalisme, marxisme, welke door haar uitgesproken internationale gerichtheid niet alleen aan het eigen volkswezen, maar aan elke ware, d.i. organische en natuurlijke, gemeenschap in de weg staan. “De” mensen, “de” individuele wereldburgers, “de” volks- en staatloze proletariërs, bestaan niet in werkelijkheid als een of ander gemeenschapsverband, doch zij zijn voor onzen tijd slechts de hersenschimmen, ontsproten aan een geest, waarin het wezenlijke en natuurlijke nog geen wortel had geschoten.

Het Nationaal-socialisme voert de strijd op twee fronten: op internationaal terrein tegen het wereldburgerdom, op nationaal gebied tegen de klassentegenstellingen, welke een onoverkomelijk beletsel vormden voor de eenwording van het volk op de grondslag ener echte gemeenschap. De wezenlijke eenheid, welke het Nationaal-socialisme tegenover de levenloze abstracties der ondergaande wereld stelt, berust op de Natuur als het concrete, levende en organische bij uitnemendheid. De nieuwe gemeenschap is met een gevormde, geconstrueerde, “bedachte” samenhang van mensen, maar een natuurlijk gegeven. Daarom is voor het Nationaal-socialisme het Volk een organisch geheel, dat slechts als bloedsgemeenschap oorspronkelijk gegeven is. Het Volk in nationaal-socialistische zin onderstelt een rasgemeenschap, waarin het bloed het natuurlijk bindend element is. Dit betekent echter niet, dat volksgemeenschap en rasgemeenschap elkander dekken. De eerste onderstelt weliswaar de laatste, maar berust behalve op de banden ener algemeen verwante afstamming bovendien op die van een bijzondere gelijke bodem-, lots-, cultuur- en taalverbondenheid, elementen, welke de geslotenheid der volksgemeenschap en haar “echtheid” mede in zeer belangrijke mate bepalen.

In zoverre is met Nationaal-socialisme vanzelf reeds een soort van “internationalisme”, zij het ook in gans anderen zin dan het oude, gegeven. Op de grondslag van haar rasgemeenschap wijst een nationaal-socialistische volksgemeenschap steeds boven haar eigen, engere, nationale vorm uit naar die volksgemeenschappen, die met haar mede door de natuurlijken band van het ras verbonden zijn. De door rasgemeenschap verbonden nationaal-socialistische naties - dat zijn de tot staten geworden volksgemeenschappen - maken als het ware van nature een supernationaal verband uit, een “internationale van nationalisme”, gelijk Otto Koellreutter het heeft uitgedrukt.

De nationaal-socialistische volksgemeenschap, zoals zij in het voorgaande werd aangegeven, eist de eenheid ener geestes- en levenshouding, welke haar bewuste draagster is: de Beweging. Deze voert haar naam met recht, want zij is de beweging, de voortdrijvende kracht, die de van hun wezenlijke verbandseenheid nog onbewuste volksgenoten tot besef hunner ware gemeenschap doet ontwaken. In zoverre is de Beweging het Volk-in-het-klein, de volkskern, waar omheen de volksgemeenschap in een proces van toenemende bewustwording groeit. De Beweging is “representatief” voor de nationaal-socialistische volksgemeenschap, niet omdat haar een juridische bevoegdheid daartoe zou zijn toegekend, maar voorzover zij alleen de legitieme draagster der nieuwe gemeenschapsgedachte is.

De Beweging als de “motor” der nationaal-socialistische revolutie van onzen tijd verenigt uiteraard alle elementen, die het wezen der nieuwe gemeenschapsverbondenheid uitmaken, in zich. In opbouw en vorm der Beweging vertoont zich een gelijksoortige organische geleding als in de nationaal-socialistische volksgemeenschap, welke door de Beweging tot leven gewekt wordt. De verschillende fronten, gilden of arbeidsgemeenschappen, hetzij als organen der Beweging, hetzij door hun leiding met haar verbonden, zijn de concentratiepunten, waarin het maatschappelijk leven zich onder haar voortdrijvende kracht zal organiseren rondom de nationaal-socialistische gedachte.

Ook de “internationale” verbondenheid, berustend op tussenstaatse rassengemeenschap, brengt de Beweging tot uitdrukking: het nationaal-socialistische orgaan, genaamd ff, is het symbool voor de Germaanse rasverbondenheid, welke tot grondslag is voorbestemd voor een bond van bloedverwante, zelfbewuste Volksstaten, hecht en duurzaam, zoals de oude volkenbondideologen zich nimmer hebben kunnen dromen.

Zo verzekert de Beweging in alle richtingen de nieuwe nationaal-socialistische gemeenschapsgedachte.