BEGINSELEN VAN NATIONAAL-SOCIALISME
DOOR DR. J. H. CARP
INHOUD
I Twee
Werelden
II
Nederland in revolutietijd
III
Ondergang van den partijenstaat
IV
Historische noodzakelijkheid van Nationaal-socialisme en Leiderschap
V De
Beweging als draagster der Nationaal-socialistische idee
VI Beweging
en nieuwe gemeenschap
VII
Beweging tegenover politieke partijen
VIII Nieuwe
gemeenschap en Leiderschap
IX Germaans
leiderschap tegenover dictatuur
X Beweging
en staat
XI De
“eenzijdigheid” der Beweging en de “bezonnenheid” van de staat
XII Gezag
en verantwoordelijkheid
XIII
Leidersvorming
XIV
Afschaffing de “volksvertegenwoordiging”
XV
Raadgevende lichamen; Volksstemming
XVI Oude
en nieuwe grondwet
XVII
Staatssoevereiniteit en Levensruimte
XVIII Het
Gemenebest van Germaanse Volkeren
XIX De
Angelsaksische mythe
XX Het
Bolsjewisme
XXI Het
gewetensconflict op de grens der twee werelden
XXII Om de
Nationaal-socialistische orde
TWEEDE
HERZIENE EN UITGEBREIDE DRUK
UITGAVE NENASU - OUDE GRACHT 172-176 - UTRECHT
Aan de nagedachtenis
onzer gevallen kameraden
VOORBERICHT VOOR DEN TWEEDE DRUK
Uit een oogpunt van goed begrip voor de nationaal-socialistische
beschouwingswijze kwam het mij wenselijk voor aan de in het algemeen
onveranderde – voorzover nodig aangevulde – verhandelingen, welke den inhoud van
den eersten druk van mijn Beginselen van Nationaal-Socialisme uitmaakten, in
dezen nieuwen druk enige stukken toe te voegen: Ondergang van den partijenstaat
(III), De “eenzijdigheid” der beweging en de “bezonnenheid” van den staat (XI),
Het Gemenebest van Germaanse Volkeren (XVIII), De Angelsaksische mythe (XIX),
Het Bolsjewisme (XX), Het gewetensconflict op de grens der twee werelden (XXI).
¹)
Ik hoop met dit geschrift een bijdrage te kunnen leveren tot het doen doorbreken
van enig inzicht in het Nationaal-socialisme, vooral in de kringen van hen, van
wie mag worden verwacht, dat zij hun oordeel eerst na rustige en ernstige
bezinning bepalen.
‘s-Gravenhage, november 1942. CARP.
¹) Over de rechtspraak wordt in dit geschrift niet gehandeld. Met het oog hierop
verwijs ik naar mijn “Een half jaar rechtspraak van het Vredesgerechtshof”,
uitg. Nenasu, 1942.