XX
HET BOLSJEWISME

Het bolsjewisme is de Aziatische - en dus aan het Europese bewustzijn vreemde - vorm van reactie tegen een overgeleverde orde, tegen welke overigens ook het Nationaal-socialisme zich richt: de uitbuiting van de arbeid door de macht van geld, een orde van onverdiend, zinloos geworden, aanzien. Maar waar het Nationaal-socialisme het arbeidende volk van deze overheersing bevrijdt en op de grondslag van de eer van de arbeid een waarlijk vrijen mens naar voren gebracht heeft, stelt het bolsjewisme voor het despotisme der oude, vernietigde orde slechts dat van de nieuwe in de plaats. De uitbuiting door de oude machten is vervangen door de knechting van de arbeid door de bolsjewistische staat; het kapitalisme van vroeger is staatskapitalisme geworden. De mensonterende methoden, waarmede het bolsjewistisch staatskapitalisme werkt, zijn te zeer bekend dan dat deze nader in herinnering behoeven te worden gebracht.

Wij noemden het bolsjewisme, zoals het zich in Sovjet-Rusland heeft verwerkelijkt, Aziatisch van aard en daarom is het, hoewel vooruitgang bedoelend, aan de despotische vorm, die met het Westers wezen in strijd is, gebonden gebleven. Ware het niets anders, dan zou het Westen zich tot een beschouwing van het bolsjewisme als “interessant” historisch verschijnsel, dat ons overigens niet raakt, kunnen bepalen. Maar het is anders! Want het bolsjewisme zelf streeft er naar het Westen in zijn greep te krijgen en daarom moet het Westen ter wille van eigen behoud met het bolsjewisme de strijd op leven en dood aanbinden.

Het is evenzeer de drang tot zelfbehoud, welke het bolsjewisme noopt zijn geest in de Westerse orde te doen doordringen, ten einde een bolsjewisering van Europa tot stand te brengen. Immers, omdat het bolsjewisme berust op de grootst mogelijke onderdrukking van het volk, dat in de tragische waan gebracht wordt, dank zij de bolsjewistische orde, verder op de weg van bevrijding van de lasten des levens te zijn voortgeschreden dan waar elders ter wereld ook, is het noodzakelijk te voorkomen, dat dit misleide volk zich door vergelijking van zijn lot met dat, waarin de volkeren in het buitenland verkeren, van de waren stand van zaken bewust wordt. Een middel daartoe is de misleiden in onwetendheid te houden omtrent de lotspositie der andere volkeren - de verhindering van aanraking met de niet-bolsjewistische wereld en het verspreiden van leugens over het lot van die volkeren, welke de zegeningen van de bolsjewistische heilstaat niet deelachtig zijn -, maar een dergelijke afsluiting ter vermijding van buitenlandse invloed is op de duur niet wel mogelijk. Daarom heeft de bolsjewistische leiding naar een doeltreffender middel gegrepen door er naar te streven het buitenland zelf te bolsjewiseren, opdat geen vergelijking ten nadele der bolsjewistische orde meer kan plaats vinden. Dit internationalisme of imperialisme is voor het bolsjewisme praktische noodzakelijkheid, geboden door zijn drang tot zelfbehoud.

Het hulpmiddel om het bolsjewisme in de Westerse wereld ingang te doen vinden is de als evangelie verkondigde leer van het historisch materialisme, het Marxisme. Het grote gevaar van deze beschouwingswijze is, dat zij zich voordoet niet als een leer omtrent de “wenselijkheid” ener nieuwe maatschappelijke orde, zoals de vroegere socialistische theorieën, maar als de wetenschap van de noodwendige ontwikkeling der samenleving. Het Marxisme brengt zijn aanhangers de overtuiging bij, dat de maatschappij zich met de wetmatigheid van een natuurverschijnsel ontwikkelt volgens het opgestelde schema. Daardoor worden wens en verwachting tot zekerheid; de door het bolsjewisme voorgespiegelde nieuwe orde, waarin de behoeften van iedere arbeider ten voile bevredigd zullen zijn, het rijk der communistische gerechtigheid, zal zich noodwendig ontwikkelen uit haar evenzeer noodwendige voorwaarde als hoedanig zich de bolsjewistische staat aandient. Het is de zogenaamde overgang van “Staat” tot “Halfstaat” en van dezen tot “Niet-Staat”. De staat is in dezen gedachtegang de oude orde van onderdrukking en uitbuiting, die aan de bolsjewistische voorafgaat. Zijn vernietiging is de eerste voorwaarde voor de communistische gemeenschap, maar deze behoeft voor haar ontstaan eerst nog een overgangsvorm (half-staat), die weliswaar eveneens aan een staat als machtsapparaat is verbonden, wiens enig doel echter is de vernietiging van de ouden staat en zijn dwangheerschappij om de weg te banen tot de staatloze communistische samenleving.

Deze overgangsvorm, de bolsjewistische staat, mag zich nog zozeer als machtsapparaat doen gelden, zijn drukkende lasten, hoe zwaar ook, worden verlicht door de zekerheid, dat het slechts een tijdelijke en noodzakelijke toestand betreft, die verdragen moet worden ter wille van het uiteindelijk doel, dat steeds naderbij komt, de vestiging der communistische orde, waarin de staat als machtsapparaat is opgeheven. Door de naam “Halfstaat” ter aanduiding van dezen overgangsstaat wordt de waan gewekt, dat de door hem opgelegde lasten van gans anderen en wel minder drukkende aard zijn dan die, welke met de heerschappij van de ouden staat verbonden waren.

De steun, welken deze Marxistische beschouwingswijze aan het bolsjewisme verleent, springt voor ieder in het oog. Zij maakt het immers mogelijk, dat de bolsjewistische staat begroet wordt als een in de natuur der wereldorde gelegen noodzakelijkheid, terwijl zijn druk, hoe zwaar ook, verdragen wordt als voorwaarde voor de toekomstige communistische orde, waarbij bovendien de suggestie werkt, dat deze druk, opgelegd door een “Halfstaat”, daardoor alleen reeds lichter en gemakkelijker te dragen is dan de lasten van elke andere staatsheerschappij. Voorwaar, een beter hulpmiddel om zichzelf te rechtvaardige kan het geperfectioneerde dwangapparaat met zijn mensonterende methoden, dat zich bolsjewistische staat noemt, voor zich niet wensen.

Dat in de Westerse staten veler inzicht verduisterd is geworden door deze Marxistische misleiding - want aan deze leer, die aanspraak maakte op de waarheid der natuurwetenschap, is door de kritiek het politieke masker afgerukt, terwijl de onhoudbaarheid harer uitspraken afdoende is aangetoond - is bekend. Zo alleen is het te verklaren, dat in deze staten niet ieder volstrekt afwijzend stond tegenover het Aziatisch despotisme, dat in de bolsjewistische staat belichaamd en aan het Europees bewustzijn wezensvreemd is, en dat niet elk Westerling zich als van nature schaarde in een eenheidsfront tegen het bolsjewisme, dat zijn zegetocht door onze landen wilde aanvangen met het verwekken van een chaos - de zogenaamde vernietiging van de staat - om op de puinhopen der oude orde en de vertwijfeling der volkeren - naar eigen beproefde methode - zonder verderen tegenstand de bolsjewistische “Halfstaat” te kunnen grondveste. Had het bolsjewisme Europa zo in zijn greep gekregen, dan zou in de strijd der bolsjewistische machten tegen de ouden staat de ondergang der Westerse cultuur en levensvormen het noodzakelijk gevolg zijn geweest, niet ter wille ener uiteindelijke staatloze broederschap der volkeren - het ijle droombeeld, dat de naamloze ellende van de bolsjewistische half staat draaglijk moet maken! -, maar tot meerdere zekerheid voor de bevestiging der bolsjewistische orde zelf, die haar Aziatische dwangheerschappij in de staat der Sovjets belichaamd heeft.

Want despotisme kan vrijheid naast zich niet verdragen!

In zijn strijd tegen het bolsjewisme onder de beproefde leiding van Adolf Hitler, in wie het Westers bewustzijn tot ware zelfkennis is gekomen, bevrijdt Europa zich nog tijdig van de gevolgen van een waan, waaraan zijn eigen wezen ten onder zou zijn gegaan.